Lood of loodslabbe komen we veel tegen in gevels. Bekend zijn de loodloketten in schoorstenen, de loodstrook aan de onderzijde van een dakkapel of in de opgaande gevel bij een platdak. Deze loodapplicaties noemen we waterkeringen in geveldelen. De loodslabbe hebben het doel het water te keren uit het metselwerk en spouw.

Voeglood.
Gevels en met name gemetselde gevels nemen water op met zakwater in de gevel tot gevolg. Om dit zakwater uit de gevel te keren worden loodslabben ingevoegd. Vandaar ook de benaming voeglood. Bij een steens (zonder spouw) opgaand gevelwerk zal het lood enkel in het voegwerk zijn ingevoegd. Bij in spouw uitgevoerd gevelwerk zal het lood spouw overbruggend in de het geveldeel zijn verwerkt.
Is het lood in de gevel maar minimaal diep ingevoegd dan is er sprake van een lekkage gevoelige situatie. Het vocht diep in de gevel kan immers achter de waterkering zakken met lekkage inpandig tot gevolg.

Spouwlood.
Bij een spouw worden waterkeringen aangebracht boven gevelopeningen (kozijnen etc.) of gevelonderbrekingen (bijv. een aanbouw). De waterkering keert eventueel vocht uit de gevel. Bij een spouwmuur wordt de waterkering schuin in de spouw aangebracht tegen het binnenblad. De waterkering kan uitgevoerd worden middels loodslabbe maar tegenwoordig ook door diverse vervangende materialen als loodvervanger of EPDM.